Het verrijkingstraject is voor leerlingen uit leerjaar 1 tot en met 6 die meer uitdaging willen en aankunnen dan de gemiddelde leerling. Leerlingen die voor dit traject in aanmerking komen, werken twee uur per week aan een onderwerp in de vorm van een project. Dit onderwerp wordt door de leerling zelf uitgekozen. Om het geheel in goede banen te leiden, wordt een verrijkingstraject per leerjaar aangestuurd door een verrijkingscoördinator. Om zicht te krijgen welke leerlingen voor het verrijkingstraject in aanmerking komen, worden alle brugklasleerlingen vwo en tto eind september/begin oktober getest. Er wordt getest op motivatie, creativiteit, intelligentiestructuur en schoolwelbevinden, zodat niet alleen de cijfers een rol spelen bij het bepalen wie in aanmerking komt voor verrijking. De uitslag van deze test wordt door de mentor besproken met een psycholoog van het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek (CBO) van de Radboud Universiteit in Nijmegen.
Naast de uitslagen van de testen spelen ook de bevindingen van de mentor en de vakdocenten een belangrijke rol. Op basis van alle verzamelde info wordt besloten welke leerlingen in aanmerking komen voor het verrijkingstraject. Deelname is altijd op basis van vrijwilligheid.
Creativiteit, nieuwsgierigheid, motivatie, en eigen initiatief zijn belangrijke succesfactoren in het verrijkingstraject.